derogatie

Stikstofdiscussie werkt verstikkend (persbericht)

De Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) maakt zich zorgen over de huidige toon waarop de stikstofdiscussie wordt ingezet. In de media wordt de landbouw, en zeker de melkveehouderij, aangewezen als grote bron van stikstofemissie in Nederland en daarmee als bedreiging voor Natura 2000-gebieden. De discussie laait vooral op nu het Programmatische Aanpak Stikstof van tafel geveegd is door de Raad van State, en er paniekvoetbal gespeeld wordt om het stikstofbeleid te redden. NMV is er klaar mee dat de nadruk constant gelegd wordt op de agrarische sector. Als we een vergelijking maken naar andere sectoren dan blijkt dat sinds 1980 vrijwel alle sectoren gegroeid zijn, maar dat de melkveehouderij in omvang is afgenomen. De kanttekening hierbij geplaatst dat de productie wél gestegen is, maar er tegelijkertijd op een veel efficiëntere wijze geproduceerd wordt met minder stikstofverliezen van dien.

Het Compendium van de Leefomgeving laat de volgende cijfers zien op verschillende stikstofemissiebronnen:

Bron 1980* 2018* Index
Mensen 14.000.000 17.200.000 ^  123%
Personenauto’s 4.240.000 8.500.000  ^  200%
Vliegbewegingen 171.000 657.000   ^  384%
Melkkoeien 2.400.000 1.630.000   68%
varkens 10.138.000 12.500.000 ^ 123%

* is in aantallen

Berekende emissies versus gemeten emissies
Daarbij blijkt dat stikstofemissies vrijwel altijd berekend worden, en niet gemeten, zoals eigenlijk zou moeten. In de landbouw houdt dat in dat alle reducerende maatregelen die niet officieel erkend zijn, ook niet worden meegenomen in de berekeningen. Zo zijn er veel melkveehouders die hun mest aanwenden met de sleepslang, waarbij er water wordt toegevoegd aan de mest. Dit zorgt ervoor dat het emitteerbare component van de mest (ammoniumstikstof) oplost en vervolgens niet als ammoniak de lucht in gaat. Deze maatregelen die stikstofemissie reduceren zien we echter niet terug in de cijfers. Ook maatregelen zoals een Aeromix-systeem, wat ervoor zorgt dat er minder ammoniak in de mest gevormd wordt is buiten beeld van de overheid. Daarbij zijn er veel boeren die ook water toevoegen in de mestkelders, waarvan ook geen data inzichtelijk is.

Ook vindt NMV dat het stil is rondom interimmers van niet agrarische afkomst. Uit Brabants onderzoek bleek dat er in 2018 van de industrie maar liefst 38% geen NB-vergunning had, en dan is nog niet aan de orde geweest dat stikstofuitstoot die buiten de inrichting plaatsvindt, van bijvoorbeeld transportbedrijven, buiten beschouwing blijft. Ondertussen ziet NMV dat er telkens nieuwe onderdelen of zaken worden opgevoerd en toegerekend aan de landbouw, waardoor de uitstoot hoger lijkt te worden zonder nadere onderbouwing. NMV heeft het idee dat wanneer er een stikstofgat gevuld  moet worden de landbouw als gemakkelijke verantwoordelijke wordt gehouden. Dat moet anders!

Onduidelijkheid over stikstof
Ondanks dat er miljarden aan investeringen gedaan zijn om ammoniakemissie vanuit de landbouw te reduceren, laten de gemeten ammoniakconcentraties een heel ander beeld zien. De berekende emissie daalt, maar de gemeten concentraties in de lucht stijgt. Dit komt volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) door de volgende zaken: De lucht is schoner geworden, en dit houdt in dat bepaalde stoffen die normaal gesproken in de atmosfeer met ammoniak zouden reageren tot secundair fijnstof, er niet meer of minder zijn. Hierdoor wordt er minder ammoniak uit de lucht weg gereageerd, waardoor de concentratie hoger blijft. Ook zouden er minder zure stoffen in de lucht zijn, waardoor er minder ammoniak kan neerslaan en de weersomstandigheden spelen een rol aldus het RIVM. Al met al kunnen we vaststellen dat er nog veel onduidelijk is over de stikstofemissies uit de veeteelt, en de gedragingen van ammoniak in de lucht. Ammoniak is een zeer lastig te meten gas, waardoor er grote onzekerheidsmarges ontstaan. Dat mag niet ten koste gaan van de landbouw. Daarom pleiten we om de stikstofdepositie niet alleen nat te meten maar ook droog. Daarnaast zijn er studies die aangeven dat het heel goed mogelijk is dat er uitwisseling plaatsvindt met hogere luchtlagen, waardoor wij minder invloed uit kunnen oefenen op de ammoniakconcentraties dan wordt verondersteld. Ook kan er stikstof vanuit het buitenland aan komen waaien, allerlei cijfers die tevens berekend worden en waar NMV vraagtekens bij zet of de daadwerkelijke bronnen wel zo nauwlettend in beeld zijn.

Meten van depositie
Uiteindelijk is NMV van mening dat beleid gestoeld moet zijn op, bij voorkeur droge, depositiemetingen.
De stikstofdiscussie aanwenden om de omvang van de veestapel ter discussie te stellen is wat NMV betreft ontoelaatbaar en onterecht. Als NMV leggen we nogmaals de nadruk op dat er goed gemeten wordt. NMV heeft hiervoor reeds vele onderzoeken gesteund en werkt constant aan bewustwording bij overheden, verwante organisaties en burgers. Want meten is weten, maar meten met verschillende maten leidt nergens toe!