De Trojka

De trojka was in vroegere tijden een rijtuig waar drie paarden voor gespannen werden. Hij ontleent zijn naam uit het Oostblok, misschien kent u het lied nog van Drs. P. ‘de dodenrit’. Ik moest aan dit lied denken toen ik de afgelopen tijd kennis nam van het geactualiseerde wolvenplan 2.0. Ik stoorde me vooral aan de uitleg; gesteld werd dat wanneer een rondtrekkende wolf een koppel schapen of kalveren aanvalt, hij dit alleen doet om te snacken. Zij redeneren dat de wolf, wanneer hij zich ergens heeft gevestigd, zich alleen nog maar vergrijpt aan loslopend wild zoals herten en wilde varkens. Het is echter niet alleen doden wat de wolf doet; de prooi wordt ook verscheurd en verminkt. Over 2018 zijn 134 schapen gedood, als er zich straks een roedel heeft gevestigd is het een illusie om te denken dat deze zich zal beperken tot de Oostvaardersplassen.

Wie denkt dat partijen, die altijd de mondvol hebben van hoe wij onze dieren moeten houden, deze hartverscheurende rituele slachtpartijen zullen veroordelen, komt bedrogen uit. Ze huilen namelijk vrolijk mee met de wolven en zijn verguld met zijn komst. Ter introductie van de wolf zal bij de schadebehandeling, de eerste drie jaar, niet op de afrastering worden gecontroleerd of die wel hoog genoeg is en of er wel voldoende stroom opstaat. De schadeafhandeling na drie jaar laat zich raden, maar beloofd weinig goeds. Zeker wanneer ik de parallel leg naar het ganzendossier. Deze dwaling kan waarschijnlijk uitsluitend door de wolf zelf worden gestopt, dit door zich te vestigen in de randstad en daar te gaan snacken zodat het uit de klauwen loopt.

 

Op het gebied van ammoniakwetgeving dreigt de Trojka -met op de bok de overheid samen met WUR en het RIVM- uit de bocht te vliegen. De uitbreiding van het meetnet en de verplaatsing van sommige meetstations zullen niet het gewenste resultaat hebben. Ook denk ik dat het rekenmodel die hier aan ten grondslag ligt niet overeind zal blijven. Misschien is het een idee om te meten vanuit de lucht en een opdracht voor een nieuw meetprotocol uit te schrijven. En om dit zuiver te houden het aan te besteden op Europees niveau. Ook zou de overheid de oplossing die het Rathenau Instituut aandroeg in haar laatste, eenzijdig geformuleerde, rapport ter harte moeten nemen; Ze zou samen met het bedrijfsleven een App dienen te ontwikkelen om de mest onder optimale omstandigheden aan te wenden. Dat heeft meer effect dan allerlei technische voorzieningen, maar vereist wel vertrouwen in de boer.

Het idee om de mestwetgeving te verzwaren, met de verplichting deze uit te rusten met AVR-GPS, zal de zwaar bepakte mest-Trojka niet behouden of in Brussel doen aankomen. Het zal er juist voor zorgen dat mest onder suboptimale omstandigheden door loonwerkers wordt uitgereden, wat de kans op uitspoeling vergroot. Beter is het om het doel voor ogen te houden. Een meetnet van peilbuizen opzetten van waaruit metingen verricht worden en de waterkwaliteit kan worden geborgd. De herbezinning van het mestbeleid kan alleen slagen wanneer het doel wordt gehaald. Dat is de verbetering van de waterkwaliteit. Dit wordt alleen bereikt door minder regels en een beter gemeten borging. Want zowel voor overheid als boer geldt: meten is weten.