Welke stip op de horizon zoeken wij

Begin volgend jaar zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer, achter de schermen wordt er bij de politieke partijen gewerkt aan de verkiezingsprogramma´s en de kandidatenlijst. Dit verklaart waarom er door sommige politici soms wild om zich heen geslagen wordt in de media: ze hopen zo hoger op de kandidatenlijst te komen. Door de coronacrisis is onze democratie deels buiten werking gezet en het lijkt wel alsof de talkshows de rol van het parlement hebben overgenomen. Het heeft namelijk geleid tot een podium voor politici, om zich daar goedkoop te profileren. De maatregelen op het gebied van stikstof, die eind april door de minister zijn afgekondigd in een kamerbrief, illustreren hoe de democratie buitenspel staat. Er worden onzinnige voermaatregelen voor de melkveehouderij aangekondigd, die averechts en contraproductief zullen uitpakken. Het heeft alle schijn van een schimmig coalitieakkoord en het is maar de vraag of deze maatregel juridisch wel door de beugel kan. Dit omdat hij ad hoc wordt ingevoerd en voor velen van ons een disproportionele maatregel is.

 

Als ik door het raam naar buiten kijk, zie ik vele stippen op de horizon: rechts de molen van

Birdaard, links de kerktoren van Oudkerk en schuin daarachter de Achmeatoren van Leeuwarden. Op aan de agrarische sector aanverwante beleidsterreinen zien we ook talloze stippen aan de horizon. Om te beginnen de kringlooplandbouw, welke groots is aangekondigd, maar nog steeds in nevelen gehuld blijft wegens bouwvertraging door de stikstofperikelen. Dan kennen we nog de circulaire landbouw, vervolgens de regeneratieve landbouw en daarnaast de precisielandbouw. Tel daarbij op de technocratische groene ideeën, met daarbij de D66-quote tot halvering van de veestapel, de klimaatmaatregelen, de plannen voor meer biodiversiteit én de Green Deal-plannen van Frans Timmermans, dan blijkt de horizon met al die stippen eerder compleet vervuild dan dat hij een eenduidige route laat zien.

 

‘Nooit meer honger’ was een kreet welke 75 jaar geleden door Mansholt werd geuit. Dat was toen de stip op de horizon, en broodnodig, want velen zijn destijds in Nederland gestorven na de hongerwinter. Het daaropvolgende beleid bleek voor Nederland ontzettend succesvol. Elk jaar sterven er wereldwijd negen miljoen mensen aan honger en daaraan gerelateerde ziektes, problematiek die voor de Nederlandse burger een ver-van-zijn-bedshow is. De coronacrisis heeft de wereldwijde voedselproductie dusdanig verstoord waardoor een verdubbeling van complicaties ten gevolge van ondervoeding dreigt. Tegelijkertijd dreigt er een ontwrichting van ons financiële stelsel, door oplopende schuldenproblematiek, om maar niet te spreken over de gevolgen die de Brexit nog zal bewerkstelligen. De landbouw is ALTIJD essentieel gebleken in tijden van crisis. Landbouw kan ons land er weer bovenop helpen. Tegelijkertijd wordt geprobeerd de luchtvaartindustrie met miljarden steun in de benen te houden, terwijl iedereen wel weet dat juist hier gesaneerd moet worden om op al die beleidsterreinen stappen te zetten.

 

Het zijn ook drukke tijden voor het planbureau voor de leefomgeving als adviesorgaan van de overheid. In deze tijd van toenemende werkloosheid en krimp van de economie, zou er volgens de staatssecretaris 15 tot 20% van de beroepsbevolking werkloos zijn, zonder het huidige steunpakket. We zullen ons moeten aanpassen aan de nieuwe realiteit. Ik ben benieuwd naar de uitwerking hiervan door het planbureau, en de uitvoering door het kabinet. Een ding is duidelijk: niet alles kan. Ik hoop dat dit realisme straks doorklinkt in de verkiezingsprogramma’s, zodat boer en burger wat te kiezen hebben en er een realistische en haalbare stip op de horizon zichtbaar wordt.
Want inkomen, daar draait het om.