13 feb Veehouderij verdienstelijk voor de PAS (persbericht)
Veel berichtgevingen willen doen geloven dat het nog steeds niet goed gaat met de stikstof. Dus trekt men de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) en de daarbij behorende afspraak met de sector voor het nemen van maatregelen om de ammoniakemissie te reduceren, in twijfel. Dat stoort NMV. Recente rapporten en cijfers laten namelijk een heel ander beeld zien.
Schonere lucht
Zo laat het RIVM-rapport 2018-0163: ‘Ontwikkelingen in emissies en concentraties van ammoniak in Nederland tussen 2005 en 2016’ de verklaring zien voor het verschil in de ontwikkeling van emissie en concentraties van ammoniak. Dat is een ander beeld dan in veel berichtgevingen geschetst wordt.
Het RIVM concludeert dat de lucht schoner wordt, omdat de chemische samenstelling van de lucht in de afgelopen jaren is veranderd, en daarmee ook de omzetting van ammoniak naar de fijnstof. Er worden steeds minder zwavel- en stikstofdioxiden uitgestoten. Hierdoor wordt de lucht schoner omdat door minder uitstoot, minder reacties met ammoniak plaatsvinden naar secundair fijnstof.
Minder verzuring
Een andere belangrijke constatering van de wetenschappers van het RIVM is dat door de schonere lucht minder verzurende stoffen in de lucht aanwezig zijn. Hierdoor worden de bodem en vegetatie minder zuur, met als gevolg dat er minder ammoniak kan neerslaan. Dat is eigenlijk goed nieuws voor de natuur.
Maatregelen veehouderij
Vanuit de overheid wordt aan de veehouderij verschillende maatregelen opgelegd om de ammoniakemissie te reduceren, zoals mest emissiearm aanwenden en bijvoorbeeld het topassen van emissiearme stalvloeren.
Maar er zijn ook heel veel maatregelen die wel genomen worden, maar nog niet inzichtelijk zijn, en zo buiten de berekeningen blijven. Te denken valt aan mestaanwending via de sleepslangmethode. Daarbij wordt water aan de mest toegevoegd. Ook in mestkelders wordt al water toegevoegd aan de mest, zoals spoelwater. Tevens worden er op verschillende bedrijven mineralenmengsels toegevoegd aan de mest, waardoor ammoniak zich juist bindt, en er zijn stallen met beluchtingssystemen die ammoniak reduceert. Maar ook andere factoren dragen bij aan het reduceren van ammoniak, zoals meer weidegang, samenstelling van krachtvoer en de vermindering van het rundvee door de fosfaatrechten. Dit zijn allerlei maatregelen die emissiereducerend werken, maar niet als zodanig in de berekeningen terug te zien zijn. Al deze activiteiten, die dus niet door de overheid worden erkend, dragen significant bij aan het reduceren van ammoniakemissie. Dus eigenlijk reduceert de veehouderij veel meer dan wordt aangenomen. NMV vraagt zich derhalve af of we eigenlijk wel voldoende weten over het gedrag van stikstof in de atmosfeer, omdat deze extra emissiereducerende maatregelen geen daling van de concentraties laten zien.
Positief
Door de PAS, waarbij de landbouwsector als enige sector zelf een convenant heeft afgesloten om ammoniak te reduceren, wordt inzichtelijk gemaakt wat de sector bijdraagt aan de ammoniakuitstoot. Voor NMV is het altijd van groot belang geweest dat het inzichtelijk is hoe, wat en waar ammoniak uit de veehouderij uitstoot en neerslaat, en wat het effect daadwerkelijk is. Dat betekent dat er meer depositie gemeten moet worden, waar het uiteindelijk allemaal om te doen is. Het doel van het ammoniakbeleid en dus ook van de PAS is geen verslechtering van Natura 2000-gebieden. Uit het RIVM-rapport blijkt dat er minder ammoniak neerslaat, dus minder verzuring. Dit zal een positief effect moeten hebben op de natuur.