voermaatregel, stikstof, Schouten

NMV zwaar teleurgesteld over voermaatregel

Er is vandaag weer een gesprek geweest tussen NMV, NAJK, DDB, GRONDIG, LTO en het ministerie over een alternatief voor de ingrijpende en onwerkbare voermaatregel. We hebben de afgelopen weken ontzettend hard gewerkt om de maatregel van tafel te krijgen. Hiervoor hebben we vanuit deze samenwerking verschillende goede alternatieven aangereikt, die veel beter toepasbaar zijn voor boeren dan de voermaatregel, en bovendien veel minder ongewenste neveneffecten op de boerenbedrijven bewerkstelligen.

Het ministerie heeft altijd de mond vol van diergezondheid en duurzaamheid, maar blijkbaar alleen als ze er boeren op af kunnen rekenen. De vele alternatieven die we hebben aangeboden zijn beter toepasbaar en leiden alsnog tot de gevraagde reductie, ook denkt NMV dat het net zo goed uitvoerbaar is als de maatregel van het ministerie zelf. Tot onze grote teleurstelling gaat het ministerie hier niet op in. Terwijl ze beloofd had hier open voor te staan. De voermaatregel van het ministerie is dus niet van tafel en zal zoals het nu staat september aanstaande ingaan.

Wij nemen nadrukkelijk geen verantwoordelijkheid voor de gevolgen van deze opgelegde maatregel. Het ministerie streeft hierbij zelf niet na wat ze haar boeren wél oplegt. Er zijn namelijk veel waarschuwingen gedaan, door uiteenlopende experts, over de effecten van de voermaatregel op diergezondheid. We beraden ons op een vervolg. Hiervoor is NMV reeds in gesprek met verschillende partijen. Wij laten niet toe dat onze boeren geconfronteerd worden met een onwerkbare maatregel, waarbij we zonder compensatie ruimte vrij moeten maken voor een andere sector. Een andere sector waar wél een hoge marge op het eindproduct gehanteerd wordt.

Vanuit het collectief zijn verschillende alternatieven op tafel gelegd, die hetzelfde effect beoogden, en tevens de hiaten in de voermaatregel oplossen. Opties van verminderen van stikstof in krachtvoer ten opzichte van 2018, tot aan de laatste inzet op bedrijfsniveau met vrijwillige keuzes door de melkveehouder voor een alternatieve maatregel of de voermaatregel, dat laatste haalde het niet op uitvoerbaarheid. Eerdere opties werden afgewezen op de vraag of de vrijgekomen stikstofruimte juridisch gezien wel gebruikt en toegekend zou mogen worden op specifiek niveau. Wat inhoudt dat je stikstofruimte voor een specifiek gebied ook in dat gebied aantoonbaar moet reduceren.

Dat andere sectoren nu zonder werkbare maatregel of compensatie onze ruimte toebedeeld krijgen, terwijl veel van onze boeren die stikstofruimte middels betaalde leges verkregen hebben, is onverteerbaar. Wij vinden het onbegrijpelijk dat er uit al onze aangedragen oplossingen geen alternatief voortgevloeid is. En beraden ons dus absoluut op een vervolgtraject.