extern, salderen, Brabant, stikstofbeleid

NMV verontwaardigd over Brabants stikstofbesluit

Persbericht:  Vervroegd openstellen extern salderen risicovol voor Brabantse landbouw
De Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) is tegen het voornemen van de provincie Noord-Brabant om per 15 september 2020 externe saldering van stikstofemissies mogelijk te maken. Er is nog teveel onduidelijkheid om op dit moment extern salderen toe te staan. NMV vreest voor het ontwikkelingsperspectief van de Brabantse veehouderij. Daarnaast worden Brabantse veehouders nog eens extra op achterstand gezet vanwege de interim omgevingsverordening, die voorschrijft dat de veehouderij per 1 januari 2024 moet voldoen aan emissie-arme huisvesting.

Met het besluit om extern salderen toe staan op bedrijven met dier- en fosfaatrechten, loopt het Brabantse bestuur veel te ver voor de muziek uit. Er zijn te weinig waarborgen die continuïteit van de Brabantse veehouderij garanderen

PAS-melders

Zolang er geen duidelijkheid is over de status van PAS-melders, moet extern salderen niet mogelijk zijn. De PAS-melders – maar ook andere bedrijven zonder geldige NB-vergunning – hebben ter goeder trouw gehandeld en verkeren inmiddels al anderhalf jaar in onzekerheid. Volgens de meest recente berichten wordt er voor 2021 geen uitsluitsel verwacht over hun status, omdat volgens minister Carola Schouten eerst stikstofruimte gezocht moet worden voor deze groep veehouders. Door nu extern salderen toe te staan – inclusief afroming – wordt de beschikbare stikstof voor deze groep steeds kleiner. NMV is ervoor beducht dat kapitaalkrachtige partijen stikstof van landbouwbedrijven opkopen en deze niet meer beschikbaar is voor het oplossen van knelpunten of duurzame ontwikkeling van agrarische bedrijven.

Ontbreken registratie

Ook het ontbreken van een deugdelijk registratiesysteem veroordeelt de NMV. Zeker in het economisch bedrijvige Brabant is de stikstofruimte beperkt en moeten we voorkomen dat er inefficiënt gesaldeerd wordt. Door nu extern salderen open te zetten, zonder vastlegging in een registratiesysteem gaat veel ontwikkelruimte verloren. Ontwikkelruimte is een schaars goed. Dat kunnen en mogen we niet verloren laten gaan. Een goed registratiesysteem – met een landelijke dekking- is daarvoor cruciaal. Ook is een registratiesysteem noodzakelijk om ongecontroleerde leegloop van gebieden te voorkomen. Aan geen van deze randvoorwaarden wordt in de Beleidsregel Natuurbescherming uitvoering gegeven. Het provinciebestuur wil daarover wel nadenken, maar vindt het klaarblijkelijk geen belemmering dat er alvast gestart wordt met salderen.

Ook is het bestuur voornemens om te onderzoeken hoe landbouwinnovaties beloond kunnen worden door de stikstofwinst te mogen vermarkten. Het lijkt een positief signaal: agrarische ondernemers kunnen dan gaan handelen in de stikstofruimte die zij in hun eigen bedrijf zelf niet nodig hebben. Dit is voorgesteld in de provincie Zuid-Holland. Echter: uit de begeleidende antwoorden van de provincie op de Beleidsregel Natuurbescherming blijkt dat stikstofruimte die vrijkomt vanwege de verplichte stalaanpassingen uit de Interim Omgevingsverordening (IOV) niet vermarkt mag worden. Gezien het ambitieniveau van de IOV, de doorlooptijd van innovaties en de noodzakelijke monitoring om als emissiereducerende maatregel aangemerkt te worden, ziet NMV weinig heil in het vermarkten van vrijgespeelde emissies en gaat de vergelijking met het initiatief van de Zuid-Hollandse veehouders hier mank.

Gevaren voor volksgezondheid

Naast de bezwaren tegen de uitvoering van deze Beleidsregel, heeft NMV ook bezwaren tegen het inwisselen van ammoniak tegen stikstofoxiden. De stikstof die de landbouw uitstoot – in de vorm van ammoniak – is minder schadelijk dan de stikstofoxiden (NOx) uit de industrie. Ammoniak bindt namelijk schadelijk fijnstof. Door ammoniak in te wisselen voor NOx ontstaan er door extern salderen meer risico’s voor de volksgezondheid. Ook heeft NMV twijfels of Europese regelgeving het toestaat om NH3 in te wisselen voor NOx, aangezien voor beiden een emissieplafond is vastgelegd in de NEC-richtlijn.


‘Het provinciebestuur lijkt gezwicht onder de druk van de industrie, laat zich gijzelen door de angst dat de economische ontwikkeling stilvalt, en zet daarom de poorten ver open om de Brabantse veehouderij op te kopen’

Het provinciebestuur lijkt gezwicht onder de druk van de industrie, laat zich gijzelen door de angst dat de economische ontwikkeling stilvalt, en zet daarom de poorten ver open om de Brabantse veehouderij op te kopen. Volgens NMV wordt onvoldoende voldaan aan de randvoorwaarden om extern salderen mogelijk te maken en doet de Beleidsregel Natuurbescherming geweld aan de conclusies van de commissies Remkes en Hordijk. Commissie Remkes adviseert namelijk een gebiedsgerichte aanpak, maar zonder deugdelijke registratie doorkruist deze Beleidsregel Natuurbescherming een gebiedsgerichte aanpak. De commissie Hordijk stelde kritische kanttekeningen bij het rekenmodel Aerius en zag een ongelijkwaardige behandeling bij emissies uit verkeer en overige emissiebronnen, waaronder landbouw. Desalniettemin schuift de provincie Noord-Brabant Aerius weer naar voren als valide rekenmodel om extern salderen te faciliteren. Dat heeft niet veel meer met zorgvuldige besluitvorming te maken.

NMV roept het Brabantse provinciebestuur op om het besluit tot extern salderen voor 15 september te herzien en zal er bij andere provinciebesturen op aandringen het Brabantse beleid niet te volgen. In belang van de economie, de voedselvoorziening en de volksgezondheid.