NMV uit zorgen over gewijzigde wetgeving rondom melktap

NMV heeft bij Minister Agema en haar ministerie de zorgen geuit over de gewijzigde wetgeving rondom de melktap. De tekst van de brief die we hebben verstuurd is als volgt.

“NMV heeft grote zorgen over de gewijzigde wetgeving omtrent de melktap en wil hier graag naar u op reageren.

De Nederlandse Melkveehouders Vakbond is een Nederlandse organisatie die de belangen van melkveehouders behartigt. Daarbij wordt vooral gelet op het inkomen. Er zijn een groot aantal melkveehouders met een melktap op het bedrijf. Deze melktaps zorgen er, naast extra inkomen voor de melkveehouder voor, dat consumenten dichterbij de bron van hun voedsel worden gebracht en het vertrouwen tussen boer en burger wordt versterkt. In de tijd van de toenemende landbouwdiscussies is het bij elkaar brengen van boer en burger van groot belang.

Als de gewijzigde wetgeving rondom de melktap niet wordt teruggedraaid dan wel aangepast, moeten melktaphouders vanaf 1 januari 2025 hun melk maandelijks laten controleren op Salmonella, Campylobacter en Stec. Deze extra onderzoeken zorgen voor een flinke kostenpost die kan oplopen tot ongeveer €236,- per maand, dit komt neer op zo’n €1500,- per jaar. Door deze enorme toename in kosten is het voor veel boeren vrijwel onmogelijk om hun melktap rendabel te houden.

De verplichte maandelijkse testfrequentie die is vastgelegd in een algemene maatregel van bestuur, die verder gaat dan de aanbevelingen uit het auditrapport van de Europese Commissie, is vastgelegd in artikel 8 van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen. Het hygiëneprotocol dat behoort bij het verhandelen van rauwe melk is de ondernemers bekend, aangezien zij dit ook moeten nakomen aan hun zuivelafnemers.  Immers waar voedsel geproduceerd wordt, geldt een streng hygiëneprotocol. Dit protocol is vastgelegd in het Focus Food Safety en Qualitysystem. Een goede hygiëne is niet alleen van belang voor de kwaliteit van de melk, maar ook om verspreiding van ziektes te voorkomen.

De wetgever heeft op 12 juni 2024 een wet aangenomen, waarbij melktapexploitanten een meldplicht krijgen (melkveehouders moeten melden bij het COKZ dat ze een melktap exploiteren ) en er gaat een plicht gelden om de melk in deze melktap te bemonsteren.

In de nieuwe wettekst is ook opgenomen dat rauwe melk verpakt mag worden en verhandeld mag worden via één stap in de keten. De tussenhandelaar die verpakte rauwe melk koopt bij een boer, moet deze dus direct verkopen aan de eindgebruiker. Dit was tot nu toe verboden. Het is echter maar de vraag of de melktapexploitant hierop zit te wachten. Deze mogelijkheid geeft extra werk, kosten en meer hygiënerichtlijnen, waar komt dit vandaan? De sector is begonnen met de verkoop van melk via de melktap om melk rechtstreeks aan de consument te verkopen en zo de burger dichter bij de boerderij te brengen. Immers veel kinderen, maar ook volwassen denken tegenwoordig dat melk uit de fabriek komt. Deze extra afzet kan dus zeker geschrapt worden, het is een onnodige verandering in het beleid en veel te kosten opdrijvend voor de ondernemer door de extra werkuren en het extra onderzoek.

Bovendien moet nog worden vermeld dat er tot nu toe geen gemelde incidenten zijn geweest over ziekte of sterfgevallen veroorzaakt door melk uit een melktap, wat iets zegt over de kwaliteit van Nederlandse rauwe melk en de hygiënepraktijken van melktapexploitanten bij het afvullen en schoonmaken van de melktap. Veel besmettingen van bacteriën zoals Salmonella, Campylobacter en STEC zijn afkomstig van andere bronnen zoals rauw vlees en zijn niet afkomstig van rauwe melk. (zie RIVM)

Bovenstaande samenvattend ziet NMV graag een aanpassing van de nieuwe wetgeving, met inachtneming van het volgende:
– Verplicht één of twee keer per jaar bemonsteren op STEC en Campylobacter.
– Er moet een oplossing komen voor de vals positieve meldingen bij STEC onderzoek.
– Het is onduidelijk waarom antistoffen voor Salmonella die in melktanks wordt onderzocht voor zuivelfabrieken geen geldige controlemanier is voor verkopers van rauwe melk. Ook de Gezondheidsdienst voor Dieren doet hier onderzoek naar. Dit moet technisch verklaard worden zodat er ook voor Salmonella overeenstemming komt over bemonsteren.
– Wanneer blijkt dat de extra, tijdrovende en kostbare, onderzoeken bovenal in het leven zijn geroepen om verkoop via tussenhandel van rauwe melk mogelijk te maken, ziet NMV graag dat deze mogelijkheid niet wordt geboden en de verkoop beperkt blijft tot verkoop via de melktap bij de boer op het bedrijf.
– Het verdienmodel van melkveehouders mag niet worden ingeperkt door onnodige eisen en onderzoeken omtrent de melktap en het belang van het samenbrengen van boer en burger mag nooit uit het oog worden verloren.

NMV is bereid om met u in gesprek te gaan over bovenstaande en indien nodig verdere toelichting te geven.”