Het Boerengeluid – Column Dagelijks Bestuurslid Jeroen van Maanen

Aan mij de eer om voor de eerste keer, nadat ik gekozen ben als dagelijks bestuurslid, een woord tot de leden te richten in de Koebont. Allereerst wil ik de leden bedanken voor het in mij gestelde vertrouwen. Nog geen kwart eeuw geleden mocht ik graag met mijn vader meegaan naar de eerste vergaderingen van NMV. De club werd opgericht vanuit ferm en inhoudelijk boerengeluid, door oprichters als Vogelaar, wijlen Ab de Groot en Jan Verhoef. Geluid dat aansprak en vergaderingen nog meer! Het was een tijd waarin heetgebakerde en gepassioneerde boeren hun geluid luidkeels op de vergaderingen lieten horen. Daar waar nodig werd dit toch al niet misteverstane geluid verder onderstreept met een dreigende in de lucht gehouden stoel, klaar om naar een slecht luisterende spreker voorin de zaal te gooien. Met onderwerpen toentertijd als een vervuild IBR-vaccin waren vergaderingen verzekerd van acties die, ondanks de beroerde reden, mij toch altijd bijzonder aanspraken. Het verfrissende en nieuwe
vakbondsgeluid was een welkome aanvulling op de bestaande tamme belangenbehartiging. Boerengeluid wat mij met de paplepel is ingegoten door een vurige vader die in ‘72 bijvoorbeeld de coöperatieve zuivelfabriek al met overtuiging verliet. Daarnaast een moeder als reisleider met talenknobbel en twee opa’s die in de fokkerij en als grondlegger van de BLGG hun geluid toen al lieten horen. Als verlegen puber kwam mijn eerste geluid naar buiten tijdens vee-beoordelen en werd later verder ontwikkeld als voervertegenwoordiger.

Een jaar of wat later kwam een opname naar buiten van ondergetekende op een Bel Leerdammer vergadering. Het was juist deze opname die ervoor zorgde dat ik in september 2019 werd gevraagd als woordvoerder voor de felste actiegroep van Nederland, toen bezig de geslaagde 1 oktoberactie mede te organiseren. In de melkacties van 2009 leerde ik dat als 100 boeren zeggen er te zijn, er op de dag zelf waarschijnlijk maximaal 25 komen
opdagen. De veranderde tijd en noodzaak zorgde op 1 oktober ervoor dat er bij 100 opgaven wel 300 boeren kwamen opdagen. Het nieuwe boerengeluid was daar; saamhorig, schouder aan schouder, stond elke boer van Nederland op. Gelukkig is dit geluid sindsdien alleen maar harder
gaan klinken. Het Landbouw Collectief werd opgericht en een taaie stikstofstrijd werd en wordt nog steeds gevoerd. We droegen oplossingen aan voor een stikstofprobleem die geen van allen opgepakt werden door Den Haag. We moeten ons daarmee afvragen of stikstof wel het probleem
is. Juridische houdbaarheid en het gevecht om de ruimte konden de daadwerkelijke problemen wel eens zijn die in de toekomst van oplossingen moeten worden voorzien. Wat ik het laatste halfjaar leerde is dat samenwerken mogelijk is, en succesvol kan zijn ook. De solide partijen waar een samenwerking op te bouwen is, blijken absoluut de vakbonden te zijn. Samenwerkend en elkaar vasthoudend kan en moet hier een machtsblok
vanuit opgebouwd worden. Vakbonden vanuit varkens, pluimvee, akkerbouw en de melkveehouderij die aan hun eigen kar en sector trekken, zonder daarbij tegen de wagen van een collega sector te duwen. Nederland van nu bulkt van de kansen en uitdagingen die een sterke belangenbehartiging vereisen. De organisatiegraad onder boeren van Nederland zal omhoog moeten en met graagte zal ik mij daar via de NMV
voor inzetten. Laten we Trump’s uitspraak iets aanpassen en binnen de melkveehouderij schouder aan schouder ons boerengeluid inzetten
en LET’S MAKE DE NMV GREAT(ER) AGAIN!!