08 okt Melkveesector onterecht weggezet als fraudeurs in I&R zaak
Op 23 januari 2018 zond minister Schouten een brief naar de kamer (kamerstuk 33037-252) waarin zij stelde dat op 2000 bedrijven een meerlingenpercentage van meer dan 10% was geconstateerd, en op 5700 melkveebedrijven een meerlingenpercentage tussen de 5-10%. Op donderdag 8 en vrijdag 9 februari 2018 zijn 2100 melkveebedrijven geblokkeerd naar aanleiding van een vermoeden van meerlingfraude met I&R gegevens. In die brief stelt zij dat het meerlingenpercentage normaliter tussen de 3-5% moet liggen, daarmee werd indirect geïmpliceerd dat de afwijking op al deze 7700 bedrijven een bewuste grondslag zou hebben. NMV heeft de sector en het ministerie direct opgeroepen om eerst een zorgvuldige en uitgebreide analyse te maken van de werkelijke omvang van de misstanden. Menselijke fouten kunnen uiteraard voorkomen. Ook gaf NMV aan dat het van groot belang is dat de sector geconsulteerd wordt, voordat er conclusies getrokken worden over data die wellicht verkeerd geïnterpreteerd is. Helaas pakte de media, door de wijze van communiceren rondom I&R onregelmatigheden, direct grootschalig uit waardoor de complete sector weggezet werd als fraudeurs.
NMV vindt dit betreurenswaardig. Zeker nu een kamerbrief met voorlopige eindconclusies gepubliceerd is, waaruit blijkt dat er op dit moment bij 128 bedrijven een proces verbaal is opgemaakt. Dit zijn bedrijven waarbij de misstanden een dusdanige omvang hadden, dat rechtsvervolging terecht was. Of de geconstateerde onregelmatigheden op deze bedrijven daadwerkelijk tweelingen betreft, wordt niet vermeld. Aan in totaal 50 bedrijven is een schriftelijk waarschuwing gegeven. NMV gaat ervan uit dat hier sprake was van onregelmatigheden met een zodanige omvang dat een waarschuwing noodzakelijk bleek, maar dat er geen sprake is geweest van aantoonbare fraude. Het betekent dat er op dit moment bij in totaal 0,7% (128 van de 18.000 melkveebedrijven in 2017) van alle melkveehouderijen aantoonbaar sprake is geweest van het bewust beïnvloeden van de administratie of van misstanden die het criteria van menselijke fout te boven gaan. Er zijn weliswaar nog een aantal bedrijven in onderzoek, waardoor dit percentage mogelijk iets omhoog kan gaan. Maar duidelijk is dat de voorlopige conclusie getrokken kan worden dat er niet massaal gefraudeerd is, waar eerder wel geïmpliceerd werd.
Uit een grafiek van de kamerbrief blijkt bovendien dat het percentage meerlingen gecombineerd met het kalverensterftecijfer, slechts in 2 maanden (juni-juli) van 2017 0,7% boven het eerstvolgende gemiddelde uitsteekt. Er zijn zelfs maanden waarin dit cijfer lager is dan gemiddeld vergeleken met voorgaande jaren. NMV begrijpt dan ook niet waarom hier niet behouden mee omgegaan is. Zeker gezien de klappen die onze sector al heeft moeten incasseren sinds de aankondiging van fosfaatrechten. De imagoschade die onze sector hiermee is aangebracht, is enorm. Het lijkt er zelfs op dat er naar aanleiding van de vermeende massale fraude, nu aangescherpte I&R regels komen voor alle melkveehouders. Gezien de uiteindelijke omvang van de fraude vindt NMV dit onterecht.
Ook blijkt dat er nog steeds bedrijven zijn waarbij de melkveehouder geen actie heeft ondernomen om de onregelmatigheden te herstellen. NMV roept dan ook op zorgvuldig om te gaan met deze bedrijven. De kans is groot dat er andere problemen dan I&R onregelmatigheden spelen op deze bedrijven.